No 1969 By Universal Publishing And Distributing Corp.
Nederlands van: Peter Dijkgraaf
Omslagontwerp: Alex Jagtenberg
ISBN 90 283 0531 9
Gescand en bewerkt @ 2016 John Yoman
No 1977 Born/Romanpers BV, Postbus 8060, Amsterdam
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
No part of this book may be reproduced in any form, by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.
Hoofdstuk 1
Ik droomde over de eerste man die ik om zeep hielp.
Hij heette Serge en nog wat, en het gebeurde in een steeg in Istanboel. Met een mes - ik had toen nog geen stiletto - en ik was niet erg goed met een mes. Het werd een rotzooi.
Ik droom in kleuren; een feit waaruit Dr. Dorian Saxe, de psychiater van AXE, van alles meent te kunnen afleiden, maar wat voor mij niet meer betekent dan dat bloed op mijn handen roder en kleveriger is.
De droom kwam steeds terug, alsof ik hetzelfde boek steeds weer opnieuw las; en op dat moment, die vroege morgen in Beiroet, in het luchtgekoelde hotel Phoenicia, had ik niet veel zin dat boek nog eens te lezen. Kezia Newmann, die dacht dat ik dacht dat zij een Israëlische agente was, lag op haar rug te slapen. Kezia was achterin de dertig, nog steeds redelijk aantrekkelijk, en terwijl ik naar haar keek, vroeg ik me af hoe lang ze nog te leven had. Volgens mij niet al te lang meer.
Kezia werkte voor Shin Bet, dat klopte wel, maar ze werkte bovendien nog voor de KGB, of misschien wel voor de GRU. In ieder geval, het deed er niet toe. Eén pot nat. AXE wist al geruime tijd van haar dubbelrol af; ik denk dat het Hawk was geweest die Shin Bet op de hoogte had gesteld. De Israëli's hielden haar aan het lijntje en gaven haar nog een beetje tijd. Toen ik naar haar keek terwijl ze daar rustig lag te slapen, met haar geweldige borsten die regelmatig met haar ademhaling op en neer gingen, wist ik dat ik naar een vrouw keek die feitelijk al dood was. Eigenlijk jammer, want Kezia was een prachtmeid, die met mannen naar bed ging omdat ze het fijn vond. Niet alleen voor haar werk. Ik ben niet zo'n doordenker - in mijn vak is dat een slechte eigenschap - en niemand heeft me ook nog ooit een intellectuele genoemd. Maar opeens voelde ik even een opwelling om het meisje wakker te maken en haar te vertellen dat haar dekmantel naar de knoppen was - om haar een kans te geven er tussen uit te knijpen. Maar natuurlijk wist ik al bij voorbaat dat ik dat niet zou doen. Het was te ingewikkeld. Ze zou zich nergens kunnen verbergen. De Russen zouden niets meer aan haar hebben, en Shin Bet zou haar in ieder geval wel te pakken krijgen. Als ze zou proberen te vluchten, kon ze nog een hoop andere mensen in gevaar brengen ook. Mezelf inbegrepen.
Ik had trouwens ook niets met haar te maken. David Hawk, mijn soms niet al te gemakkelijke baas, zou rood aanlopen als hij zou weten dat ik nu bij haar was. Maar wat Hawk niet wist, kon hem ook niet deren. En als ik af en toe buiten mijn boekje ga - en dat gebeurt af en toe - dan weet ik in ieder geval wat de gevolgen zijn ... én hoe ik ze moet vermijden.
Ik was een paar dagen geleden in Syrië aangekomen. Smerig, vol met schrammen, overgehouden aan een opdracht in Damascus. Nadat ik me bij Washington had gemeld, me had opgefrist en wat geld had opgehaald, had ik een kamer genomen in hotel Phoenicia. Die avond was ik naar het Casino gegaan even buiten de stad, had een paar Libanese ponden verloren en Kezia Newmann opgepikt. Ze was behoorlijk aan de arak - nog een reden waarom ze het niet lang meer zou maken - en we waren teruggegaan naar het hotel. Na haar eerste orgasme liet ze me weten dat ze als agente voor Israël werkte. God mag weten waarom ze het vertelde! Misschien alleen maar omdat ze zat was, misschien om indruk te maken of misschien omdat het haar toch allemaal geen ene moer meer kon schelen.
Ik reisde onder de naam Silas Lapham, een tabakshandelaar uit New Orleans. Ik had dit alibi zelf geregeld en nu, terwijl ik op Kezia neerkeek, herinnerde ik me dat Hawk wel eens had gemopperd over sommige agenten die meer fantasie hadden dan goed voor hen zou zijn.
Hoe dan ook, Kezia had wel wat gezien in Silas Lapham, tabakshandelaar en gezellige zuiplap, en we hadden de meeste tijd doorgebracht op de hotelkamer en meer in het bijzonder in bed.
Ik vermaakte me. Als ik een opdracht achter de rug heb en ik merk dat ik nog leef, vind ik dat ik recht heb op drank en vleselijke zonde. Soms houd ik het bij één vrouw, soms heb ik er meer nodig, maar in ieder geval geef ik me ongeveer een week over aan allerlei uitspattingen. Als er daarna nog tijd is, breng ik een week door op de boerderij in Indiana. Daar rust ik wat uit, ik lees, en bereid me lichamelijk en geestelijk voor op de volgende opdracht.
Er stond een halfvolle fles arak op tafel. Ik nam een slok, stak een sigaret op en keek weer naar het slapende meisje. Link vind ik dat. Slapende mensen zijn zo verdomd kwetsbaar. Zo gemakkelijk uit de weg te ruimen. Het was alleen maar symbolisch dat ik overwoog haar op dat moment te vermoorden. Natuurlijk heb ik wel iets van een sadist in me, anders zou ik waarschijnlijk dit beroep niet hebben gekozen. Ik rookte en dronk van de arak - niet een van mijn lievelingsdrankjes, maar zij hield er kennelijk van - keek naar haar en voelde dat ik zin had haar een fikse beurt te geven. Ze zou wakker worden en ik zou één met haar zijn. Eén met haar en haar lot.
Maar daarna zouden onze wegen weer uit elkaar lopen, en haar dood zou niet de mijne zijn. Ik denk dat ik op dat moment zou hebben geprobeerd haar te redden als ik daartoe in staat zou zijn geweest. Maar het was onmogelijk. Ik kon Kezia Newmann niet helpen. Niemand kon haar helpen.
Terwijl ik voorzichtig onder de lakens glipte om haar niet wakker te maken, keek ik op de klok, die op het dressoir stond, hoe laat het was. Het was kwart voor vijf.
Kezia werd wakker. 'Mijn god,' zei ze. 'Jezus! Wat doe je met me?'
Ik antwoordde: 'Alles op zijn tijd. Hou je mond.'
Ze hoorde me niet eens meer. 'Jaah,' zei ze. 'O, jaah. Jaa-aah!' Ze beet in mijn schouder. Hard. 'Je moét nu ophouden,' klaagde ze. 'Eerlijk, ik kan het niet meer hebben! Je bent een maniak. Je vermoordt me. Hou ermee op. Hou ermee op, zeg ik je!'
Toen ik haar in het Casino had opgepikt, was het me opgevallen dat ze wat je zou kunnen noemen pseudo-gecultiveerd Engels sprak. Ze was in Brooklin geboren, in Flatbush in de buurt van Grand Army Plaza, en ze was pas op haar vijftiende naar Israël verhuisd. Maar in bed viel me toch een accent op.
Toen ik niet ophield begon ze te huilen, hysterisch bijna, terwijl ze doodstil en stijf als een plank onder me lag. Haar ogen draaiden naar boven, zodat er veel wit te zien was. Ik ging door.
Na afloop konden we ons geen van beiden bewegen. Ik had mijn hoofd begraven in het weelderige tietenwerk van Kezia en begon de gebruikelijke strijd tegen de loomheid en de spijt, tegen dat kalme gevoel van hulpeloosheid. Het gevoel dat een man week maakt en dat hem zich doet afvragen of er in deze wereld eigenlijk nog wel iets de moeite waard is. Ik betwijfel of vrouwen het ook hebben. Ik ben er nooit achter kunnen komen.
Kezia ging met haar vingers door mijn haar en zei: 'Je bent een monster, eerlijk. Een monster!'
Haar accent was nu zuiver Flatbush. Ze ging door: 'Ik heb nog nooit in mijn hele leven zoiets gehad als jij! Jezus!'
Ik bekende bescheiden dat ik niet slecht was.
Kezia staarde me met vernauwde ogen aan. 'Niet slecht? God, jij bent ongelofelijk, man! Eerlijk, ik weet zeker dat je ze met geweld van je af moet houden.'
Ik kwam langzamerhand weer tot mezelf. Ik dacht aan de I.uger en de stiletto in de dubbele bodem van mijn koffer en het schoot me te binnen dat ik de Luger nog niet had schoongemaakt. Onvoorzichtig van me. Ik moest het meteen doen, zodra ik me had bevrijd uit dit plezierige web van vlees waarin ik me had laten vangen, maar dat me nu toch wel een beetje begon te vervelen.
Ik wachtte op de telefoon. Niets. Geen geklop op de deur. Nóg niet. Maar ik had toch dat voorgevoel. Ik wist het.
Toen ik ten slotte zoveel kracht had verzameld om me uit bed te slepen, greep Kezia me beet en kuste me. Ze kneep me in mijn trots. 'Je moet goed op hem passen. Ik ben op hem gesteld geraakt. Ik zou niet willen dat er iets met hem gebeurde.'
'Ik evenmin,' antwoordde ik terwijl ik naar de badkamer liep. Toen ik me had gewassen werd er op de deur geklopt. Kezia sliep weer en ik probeerde haar niet te wekken. In mijn vak is het niet de gewoonte dat je voor iedereen zomaar de deur wijd opengooit en de mensen met open armen begroet. Ik fluisterde: 'Wie?'
'Telegram voor mista Silas Lapham.' Het was Engels met een overduidelijk Libanees accent.
Ik deed de deur open. 'Dat ben ik.'
Ik gaf de jongen een paar muntstukken en nam de gesloten enveloppe aan. Het moest van Hawk afkomstig zijn. Hij en Della Stokes zijn particulier secretaresse - waren de enigen die konden weten waar ik me bevond en wie ik in werkelijkheid was.
De jongen verdween niet meteen. Hij leek me tamelijk brutaal en keek met een soort halfslimme grijnslach langs me heen de kamer in. Ze werden tamelijk vroeg rijp in de Levant, en ik vermoedde dat het joch zich aan de slapende Kezia vergaapte. Hij zou er wel wat smerige gedachten en puberale fantasieën bij hebben. Ik wilde niet medeschuldig zijn aan het ophitsen van een minderjarig kind en om te voorkomen dat hij straks in één van de kelderruimtes zijn heil zou gaan zoeken in doe-het-zelf werkzaamheden gaf ik hem een zacht duwtje.
'Goed, jongen, bedankt. Opgesodemieterd.'
Hij talmde nog even en bleef langs me heen de kamer inkijken, en nu zag ik dat hij niet naar het bed, maar naar het televisietoestel keek.
'Is uw tv ook niet in orde, mista?'
Ik zal er wel net zo stomverbaasd hebben uitgezien als ik me voelde, want hij vervolgde: 'Alle tv's, overal in de wereld zijn naar de kloten, mista. U wist niet?'
Ik haalde mijn schouders op en werkte hem nu resoluut naar buiten. 'Ik weet van niets. Aju.'
Hij vertrok. Ik deed de deur dicht en liep met het telegram naar de badkamer, me onderweg afvragend waarover het joch het in 's hemelsnaam had gehad. Alle tv's naar de kloten?
Mijn eerste ingeving was degene die alle tv's had gemold een ridderorde te geven. Ik ben persoonlijk niet zo'n aanhanger van het kijkkastje. Hawk wél, al zou hij het nooit openlijk toegeven.
Naar de duivel ermee. Ik had al weken niet naar de tv gekeken, en bovendien al drie dagen geen krant gezien. Wie zou er zo gek zijn om te gaan lezen of naar die idiotenkast te gaan kijken als Kezia in de buurt was?
Het telegram luidde: Model T Wolf-Wolf-Eerste-onmiddellijk. Er stond geen afzender vermeld. Dat was trouwens ook overbodig. De afzender was Hawk - wie zou het anders kunnen zijn? - en het betekende dat ik weer een opdracht had, met onmiddellijke ingang. In onze jarenlange samenwerking hadden Hawk en ik onze eigen persoonlijke code ontwikkeld. Niet te vinden in de officiële codeboeken. Ik heb nooit een codeboek bij me. Dat is vragen om moeilijkheden.
Ik twijfel er bovendien aan of één van de andere Killmasters - ik weet toevallig dat er nog drie zijn, en Hawk weet niet dat ik dat weet - de code van het telegram zouden begrijpen. Ik deed het zonder moeite terwijl ik me intussen schoor. 'Model' betekende niets, zuiver papiervulling, en om het wat moeilijker te maken voor ongewenste belangstellenden. 'T Wolf - het tweede Wolf was overbodig -stond voor Thomas Wolfe, de schrijver. 'Eerste' betekende zijn eerste boek.
Thomas Wolfe's eerste boek was: Keer huiswaarts, Engel. 'Onmiddellijk' was duidelijk. Het betekende haast.
Hawk ontbood me in Los Angeles en wel zo spoedig mogelijk. Kezia sliep nog steeds als een uitgeputte baby terwijl ik mijn spullen bij elkaar zocht. Ik reis altijd met zo weinig mogelijk bagage. Ik heb voor mijn werk ook niet zo veel nodig: de Luger, de stiletto, soms wat vermommingspullen zoals haar, opvulsel en contactlenzen. Overigens maak ik het meeste gebruik van 'natuurlijke' vermomming, de manier van lopen en praten, en maar zelden van de rubber en plastik hulpmiddelen. Ik heb ze niet nodig. Behalve een perfecte training in het uitvoeren van opdrachten heb ik een aangeboren mimetalent. Dat is af en toe wel handig. Kezia werd niet wakker. Ik liet een stapel bankbiljetten achter op het dressoir en vermeed naar haar te kijken toen ik de kamer verliet. Het was voorbij en ik kon het maar het beste vergeten. Ik durfde duizend dollar te verwedden tegen één Libanees pond, ongeveer tweeëndertig cent, dat ik haar nooit meer levend zou zien. Maar toen ik naar de lift liep moest ik bekennen dat ik een griezelige gedachte had. Het leek alsof ik zojuist in bed had gelegen met een welgevormd lijk. En necrofilie is niet bepaald één van mijn voorkeuren.
Ik zag hem toen ik op een taxi stond te wachten die me naar het vliegveld zou brengen. Ik heb een goed geheugen; geen absoluut of fotografisch geheugen of zoiets abnormaals, maar een goed geheugen. Ik heb het ontwikkeld. En twee of drie keer per jaar breng ik een week door in de archieven van AXE in Washington.
Hij hing rond op het parkeerterrein en maakte een praatje met een parkeerwachter. Een grote man in één van die slecht zittende pakken die ze altijd schijnen te moeten dragen. Zijn naam was Nikolay Tovaretz en hij was een onbelangrijke officier. De topman in Beiroet kende ik niet, maar ik kende Tovaretz. Hij was een beroepsmoordenaar. Meestal werkte hij met zijn handen, voor zover ik me het dossier goed herinnerde, en meestal deed hij de vrouwen. In de lobby had ik me voorzien van een stapel kranten, maar ik besteedde nog geen aandacht aan de schreeuwende koppen en bestudeerde Tovaretz. Hij had inderdaad grote handen. Hij keek zonder belangstelling langs me heen. Ik droeg mijn Silas Laphampak, mijn hoornen bril en liep met uitgezakt lichaam op een halfdronken manier. Ik wist dat er zo vroeg nog geen bars open zouden zijn, daarom had ik op de hotelkamer nog wat arak gedronken om mijn adem naar drank te laten ruiken. Het was pas een paar minuten na zevenen en ik leek al halfzat.
Mijn taxi verscheen en ik stapte in. Kezia Newmann werd dus in de gaten gehouden. Ik vroeg me af hoe lang ze daar nog mee door zouden gaan, en zette haar toen uit mijn gedachten. In ieder geval hadden ze mij niet ontmaskerd. Anders zat ik nu niet in een taxi op weg naar het vliegveld. Er was niets dat ik kon doen. Absoluut niets. Ik besefte dat ik weer eens geluk had gehad, zoals zo vaak, en dat mijn timing precies goed was geweest. Het telegram van Hawk was op het juiste moment gekomen. Als ik nog een paar uur gebleven was, Kezia mee uit eten had genomen, had ik me wel eens goed in de stront kunnen werken. Zinloos erover te denken.
Toen ik op het vliegveld aankwam had ik nog steeds de Parijse editie van de New York Times niet gelezen. Ik vloog met twa en ik had niet meer dan een halve minuut speling. Ik stak de kranten onder mijn arm en toen ik eenmaal in het vliegtuig zat keek ik naar de glinstering van de sneeuw op de Dar el Beiderbergen in het noordoosten. De bergtoppen werden geleidelijk aan groter en ik realiseerde me dat we over Baalbek zouden vliegen. Het was een toeristische stunt, een zogenaamd hoffelijk gebaar dat je zeker moest doen vergeten dat het toestel te laat was vertrokken, de airconditioning niet werkte en de biefstuk taai was. Wat mij betrof, ik had Baalbek wel gezien. Baalbek kwam me de strot uit. Het dichtste bij de dood ben ik ooit geweest bij een aanslag in de tempel van Jupiter. Ik haalde de kranten tevoorschijn.
Dat joch had gelijk gehad! Iemand - en niemand scheen precies te weten wie - haalde een stunt uit met de televisie overal ter wereld. Het joch had gezegd: 'De hele tv, overal, is naar de kloten, mista.'
De Times, dat oude, grijze vrouwtje, drukte zich iets rustiger uit. Ze hadden er het grootste lettertype nog niet voor tevoorschijn gehaald en de koppen besloegen slechts vier kolommen, maar er sprak toch duidelijk opwinding uit het bericht.
MASSALE SABOTAGE VAN TV OVERAL TER WERELD ALLE PROGRAMMA'S ONDERBROKEN DOOR KOMMUNISTISCHE PROPAGANDA.
PRESIDENT MAANT TOT KALMTE.
Wetenschapsmensen vermoeden gebruik van Lasers; bron waarschijnlijk in de ruimte. De financiële schade bedraagt miljoenen. Geagiteerde Verenigde Naties wil noodmaatregelen.
Ik nam de hoofdlijnen van het artikel in me op. Ergens in de wereld stond een bijzonder sterke zender die alle andere uitzendingen uitwiste en zijn eigen uitzending opdrong. De Chinezen zaten erachter. Ze gaven het ook toe. Maar het waren geen gewone Chinezen. Het was een nieuwe groepering Chinezen. Ze waren uit op omverwerping van het oude regiem in China. De ligging van de zender was geheim en daar wilden ze uiteraard niets over loslaten. Nog niet. Als de tijd aangebroken was zouden ze het vertellen. Als Mao en zijn kliek zouden zijn afgezet. Ze noemden zich de Neo-Koms. De nieuwe communisten. Ze wilden het lidmaatschap van de Verenigde Naties en predikten broederschap tussen de volkeren.
De wereld zou eerdaags het licht wel zien. En ondertussen zou de geheime zender doorgaan alle kanalen te overheersen en je had dan geen andere keus dan de propaganda aan te horen of je kijkkastje uit te schakelen.
Het meest pikante detail was natuurlijk dat de Chinezen onze satellieten gebruikten voor hun uitzendingen. Het scheen niet mogelijk te zijn de zender op aarde op te sporen. Hij kon in principe overal zijn.
Ik woog de verschillende artikelen tegen elkaar af, en rookte sigaret na sigaret. Probeerde mijn ogen af te houden van de stewardess in de minirok. Op het ogenblik had ik geen behoefte aan benen en tietjes, hoe lekker ze ook waren. Ik zat weer middenin het werk, al had ik Hawk dan nog niet gesproken. Los Angeles is de televisiehoofdstad van de Verenigde Staten. Ik vermoedde dat Hawk me daar zou ontmoeten. Hij zou wel met iets komen. En iets van me verwachten.
Op dit moment zag ik nog niet erg duidelijk wat AXE voor rol zou kunnen spelen, maar daar maakte ik me geen zorgen over. Dit was een politieke kwestie, en welke groepering Chinezen er nu bij betrokken was, het zaakje rook naar chantage, AXE zou er wel bij gehaald worden. En, zoals altijd, het smerige werk op moeten knappen. Ik liet de kranten verder voor wat ze waren en ging languit liggen, voor zover de vliegtuigstoel dat toeliet.
Er zaten komische kanten aan. De kijkcijfers onder de mannen, bijvoorbeeld, bleken zeer hoog te zijn. Er zat veel seks in de programma's, niet onderbroken door wasmiddelenreclame!
Ik betrapte me erop dat ik zat te grinniken en een zure vrouw die schuin tegenover me zat keek me wantrouwend ;ian. Ik toonde haar mijn innemendste glimlach en wenkte haar vriendelijk toe. Ze stak haar neus in de lucht en snoof. De stewardess boog zich over me heen en vroeg of ik iets wenste, waarbij ik een glimp van een paarse beha opving. I k dacht even aan Kezia en had er onmiddellijk spijt van. Ik besloot een dutje te doen. Vliegtuigen maken me altijd loom. Voordat ik in slaap viel, speelde ik in gedachten met de vraag of Tovaretz Kezia nog zou neuken voordat hij haar wurgde. Soms spelen beulen het op die manier.
Hoofdstuk 2
Vanaf Kennedy Airport nam ik een taxi naar de dakflat op East 46th Street. Ik moest andere kleren en een paar schone overhemden ophalen. Silas Lapham bestond niet langer en het idiote pak van hem kon wat mij betreft naar het Leger des Heils, hoewel ik eraan twijfelde of zij er belangstellenden voor zouden vinden.
Nadat ik een bad genomen had en me had geschoren nam ik de post door. Het meeste was reclametroep. Er waren ook een paar brieven van oude vlammen die ik ongelezen doormidden scheurde en in de open haard wierp. Oude liefdes kun je altijd maar het beste vergeten.
Ik nam een Scotch en kleedde me aan, waarna ik in mijn werkkamer de laatste hand legde aan het rapport van mijn klus in Syrië, waarmee ik een einde maakte aan mijn status van tabakshandelaar. Ik schrijf altijd twee rapporten; één voor de officiële AXE-dossiers, en één voor Hawk persoonlijk. Het laatste is het enige rapport dat belang heeft. Op weg naar La Guardia veranderde ik een paar maal abrupt van richting, alleen maar voor alle zekerheid. Dat is na jaren een bijna vanzelfsprekende gewoonte geworden, om me ervan te verzekeren dat ik niet werd gevolgd. Er viel me niets verdachts op. Op het vliegveld kocht ik de laatste edities van de Times, de Daily News en de Post, alle kranten die in deze trieste stad nog over zijn.
Ik had al een paar keer vanuit Los Angeles gewerkt, en de code was eenvoudig. Ik voerde een telefoongesprek, waarna een taxi met een blauwe ster me oppikte bij een ingang naar Pershing Square. Ik herkende de bestuurder, een ruw uitdiende kerel die Wells heette, een volle, bruine baard had en een hemd vol etensvlekken droeg. Hij liet aan niets merken dat hij me al eerder had gezien. Toen de taxi wegreed wachtte ik tot hij het lampje 'Taxi' op het dak uitschakelde. Toen zei ik: 'Een huis is nooit een thuis, wat jij?'
'Inderdaad bijna nooit, sir.' Ik knikte.
Ik zou de afstand in de helft van de tijd hebben kunnen lopen, maar de taxirit hoorde nu eenmaal bij de routine. Dus dan doe je het. Ik wachtte totdat hij een paar maal rond liet blok was gereden, waarbij hij regelmatig in zijn spiegel keek, om zich ervan te overtuigen dat we niet gevolgd werden. Wells reed nu in de richting van de Bunker Hillbuurt. Daar hebben we de hele bovenste verdieping van een nieuw gebouw. Een prima ligging, omdat we op het hoogste punt van de omgeving zitten, en niemand ons dus met een kijker kan bespieden.
'U moet naar 9C, sir. Daar moet u wachten. Ik geef u de sleutel met het wisselgeld.'
Ik gaf hem een vijfdollarbiljet. Hij gaf me het wisselgeld terug met een sleutel. Ik gaf hem een dollar fooi en keek naar de uitdrukking op zijn gezicht. Er stond niets in te lezen. 'Tot kijk,' zei ik. Hij gaf geen enkele reactie.
Hawk bevond zich al in het vertrek. Hij zat in het donker en keek naar de tv. Ik sloot de deur achter me en begon tegen de donkere gestalte te spreken. 'Zijn we alleen?'
Je kunt Hawk overal en op elk moment herkennen aan de idiote manier waarop hij met een sigaar omspringt.
'Nu nog wel,' antwoordde hij. 'We krijgen zo meteen gezelschap. Ga zitten en bekijk dit eens even, jongen.'
Als hij me zó noemt is hij in een uitstekend humeur. Ik /rite mijn koffer in een hoek, maakte mijn das los, trok mijn jasje uit, stak een sigaret op en schonk mezelf iets in aan de kleine bar die ik me nog van mijn vorige bezoek herinnerde. Hawk zei niets. Ik zweeg. En kreeg nu voor het eerst te zien wat er met de televisie aan de hand was.
Het beeld was helder en scherp. Een close-up van een Chinees duivelsmasker, een grotesk en angstaanjagend ding dat een griezelige werking had op het beeldscherm. De stem was van een vrouw. Ze sprak uitstekend Engels. Het was een professionele, getrainde stem, maar het was duidelijk hoorbaar dat ze de tekst oplas.
'Opnieuw moeten we ons verontschuldigen, wereldbewoners, omdat we de normale uitzendingen onderbreken. We hopen dat het u niet al te veel ongemak geeft. Maar het is noodzakelijk dat we op deze manier onze boodschap kunnen brengen. De boodschap van het nieuwe China, het China dat zal ontstaan zodra het vermolmde en stoffige regiem van Mao Tse-tung is weggevaagd, iets dat zeer spoedig staat te gebeuren.'
Ik liet me vallen in een comfortabele leren stoel en nam een slok. 'Tsjang Kai-shek?'
'Fout,' zei Hawk. 'Daar hebben we in het begin ook aan gedacht. Houd nu je mond en let op.'
Het duivelsmasker kwam nu in beweging, het begon heen en weer te schudden en te grimassen. Een welgevormde vrouwenhand, geringd en met een brandende sigaret tussen de vingers, verscheen nu in het beeld. Ik kon het niet laten. 'Ik wist wel dat ze het niet zouden volhouden, sir. Hier heb je de reclame al.'
Hawk vond het helemaal niet grappig. 'Hou verdomme je smoel! Luister goed naar deze stem - het is belangrijk.'
Ik hield mijn mond. Je kon met de ouwe nooit al te ver gaan.
De hand stopte de brandende sigaret nu in de mond van het duivelsmasker. Ik verwachtte nog steeds een verhandeling over het lage nicotinegehalte van dit speciale sigarettenmerk toen de stem vervolgde: 'Wees niet bang voor dit duivelsmasker, beste wereldbewoners. Het is alleen maar een masker, en maskers zijn ongevaarlijk. Maar achter de maskers bevinden zich gewone mensen, mensen zoals uzelf, loyale, en patriottische Chinezen die vastbesloten zijn hun levens en bezittingen op te offeren om China in de wereld de positie te geven die het land toekomt.
Voorlopig, totdat Mao de macht niet meer in handen heeft en wij als gelijken tot de Verenigde Naties zijn toegelaten, zijn wij gedwongen de maskers te dragen. We verzoeken u mi) geduld. Wij popelen om onze ware gezichten te laten zien, net zoals u popelt om ze te leren kennen. Ondertussen zullen wij proberen niet meer tussen uw gewone programma's te komen dan noodzakelijk is, en als we wel op uw scherm verschijnen hopen we dat u onze programma's interessant en stimulerend zult vinden.
We vragen om begrip en medewerking. Schrijf! Schrijf naar uw president, uw senator, uw kranten. Eis dat wij, de Nieuwe Communisten in ballingschap, een zetel in de Verenigde Naties toegewezen krijgen. Alleen u kunt dat doen. Want het is mogelijk. En het zal noodzakelijk zijn als u de wereld de ellende van een atoomoorlog wilt besparen. Want vergis u niet, een atoomoorlog is waar Mao en zijn pionnen op uit zijn. Schrijf. Handel. Vandaag!'
Er kwamen nu beelden van het zwaar rokende masker dat achterover begon te hellen en langzaam uit het gezicht verdween. Op de achtergrond klonk het geluid van gongs. Daarna een ander geluid, dat gaandeweg duidelijker werd, wel geluid, maar geen beeld.
'Heb je die bloes in koud water gewassen? Maar mijn lieve kind, dat kan je toch helemaal niet maken. Op die manier krijg je die poepvlekken er nooit uit! Ik zeg je toch dat het onmogelijk is.'
'Maar moeder, ik zal het bewijzen ...'
De reclame werd afgebroken en het gezicht van de nieuwslezer kwam nu in beeld. Hij zag er kalm en zakelijk uit en zijn toupetje zat uitstekend. Hij liet weten dat de President het Congres in bijzondere vergadering bijeen had geroepen. Hawk schakelde het televisieapparaat uit. Hij stak het licht in de kamer aan en keek Nick aan, waarbij hij zijn sigaar van de ene mondhoek naar de andere liet wandelen.
Zoals gewoonlijk zag zijn dure kostuum eruit alsof hij het voor een prik bij het Leger des Heils had gekocht, en zijn overhemd was verkreukeld en versleten. Zijn das was een ramp. Maar hij zag er minder moe uit dan gewoonlijk. Hij zag er bijna tevreden uit. Ik glimlachte naar hem, en toen ik zag dat hij teruglachte wist ik zeker dat hij een uitstekend humeur had. Ik wist zelfs meer: Hawk wist al veel meer van dit zaakje af dan ik. Hij tastte duidelijk niet in het duister. Ik begreep er niets van. Eén van de duizend dingen die ik niet begreep van deze zaak.
In een paar korte zinnen liet ik Hawk weten dat ik er niet van hield in een dichte mist te moeten rondlopen. Hij glimlachte en knikte en wreef zich zelfs in zijn handen. Hij maakte aan de bar twee drankjes klaar en keek op zijn horloge.
'Preston Mohr en Bill Phelan zullen zo wel op komen dagen. Ga zitten en luister, jongen. En haal die bezorgde blik van je smoel. Dit zaakje is helemaal niet zo onduidelijk als het lijkt. Ik zal je zoveel mogelijk op de hoogte stellen. We hebben een aanwijzing, een prima spoor.'
'Ik ben blij dat er tenminste iemand is die wijs kan worden uit dit idiote gedoe. Persoonlijk begrijp ik er geen moer van. Ik heb mijn hersens afgepijnigd sinds ik uit Beiroet ben vertrokken en nu zou ik wel eens iets willen horen.'
Hawk ging zitten, sloeg zijn magere benen over elkaar en sabbelde op zijn sigaar. Hij had zich die ochtend niet geschoren en het viel me op hoe wit zijn stoppels eigenlijk waren. Hij vertelde zijn leeftijd aan niemand, en ik was ook niet van plan erom te vragen, maar ik vermoedde dat hij in de zeventig was. In Washington doet het verhaal de ronde dat de President persoonlijk aan Hawk had gevraagd om alsjeblieft aan te blijven na zijn pensioendatum. Ik vermoed dat het gerucht op waarheid berust. De man ziet er niet bepaald gevaarlijk uit, eerder op het eerste gezicht als een seniel mannetje, maar dat is alleen maar uiterlijke schijn. En een heleboel vijandelijke agenten hebben het idee, dat Hawk een tamelijk ongevaarlijke slappeling is, moeten bekopen met de dood. De oude man is de beste, in het gevaarlijkste beroep dat er bestaat. Dat zegt genoeg.
'Om te beginnen,' zei hij, 'je zult je wel afvragen, waarom wij hierbij zijn gehaald.'
Ik vertelde Hawk dat me nog niet duidelijk was, waarom, hoe en waar er mensen uit de weg geruimd zouden moeten worden, een taak waarvoor ik speciaal was opgeleid. Voorlopig hoeft dat inderdaad nog niet. Maar het zou binnen afzienbare tijd wel eens anders kunnen worden. Ik zal bij het begin beginnen, zodat je kop en staart kunt onderscheiden. Om te beginnen is er het geld. Herinner je je het oude gezegde dat geld kan praten?'
Of ik me dat herinnerde!
Hawk grijnsde zuur. 'Op dit moment schreeuwt het. Het grootkapitaal. De mensen van de tv, de hele gecompliceerde boel, inbegrepen Wall Street en ouwe dametjes die ergens een paar aandeeltjes in hebben. Die lopen allemaal te roepen om maatregelen. Er zijn al miljarden verloren, en als we niet gauw een eind kunnen maken aan die enorme piratenzender kost die grap de westerse economie nog veel meer miljarden. En dat is nog maar het begin.'
'Voor een begin is het niet gek,' gaf ik toe. De boodschap was duidelijk. Afgezien van het gooien van een atoombom op Detroit waren deze uitzendingen het beste middel om de Amerikaanse economie en die van andere landen zo snel mogelijk naar de knoppen te helpen.
'Het uitschakelen van die zender heeft dus absolute voorrang.'